Vanaf 1 september 2023 kunnen ondernemingen een beroep doen op de nieuwe premie voor kwalificerend werkplekleren. Daarmee wil de overheid het aantal ondernemingen dat plaatsen aanbiedt voor duaal leren zien stijgen. Verso ondersteunt deze doelstelling, maar de premie telt ook verliezers onder sociale ondernemingen.
De premie is gebonden aan strikte voorwaarden.
- De premie stimuleert kwalificerende opleidingen met een intensieve werkplekcomponent (+50%). Concreet betekent dit dat enkel opleidingen in het kader van duaal leren in het secundair onderwijs of het volwassenenonderwijs en in het kader van de graduaatsopleiding verpleegkunde (HBO5) in aanmerking komen.
- De vestiging die de lerende opleidt moet in het Vlaams Gewest liggen.
- De lerende is in het schooljaar gedurende minstens 4 maanden op de werkplek (volgens de Dimona- of DmfA-aangifte).
- De onderneming wijst een mentor aan die de lerende op de werkplek begeleidt en opleidt. Deze mentor moet daarvoor een opleiding hebben gevolgd.
Modaliteiten
De premie kwalificerend werkplekleren bedraagt per lerende 600 euro als de lerende geen vergoeding van de onderneming ontvangt en 1.000 euro als de lerende wel een vergoeding van de onderneming ontvangt. Bij duaal leren gebeurt de aanvraag via het loket “werkplekduaal”, voor de HBO5 opleiding via het “WSE-loket.”
Nieuwe regeling is ontoereikend
Deze premie vervangt een reeks bestaande incentives zoals de stagebonus, de RSZ-korting leerlingen alternerende opleiding, de RSZ-korting deeltijds werkende jongeren en de RSZ-korting mentoren. De mentorenkorting werd afgeschaft op 1 juli 2023.
Verso en haar leden hebben bij de totstandkoming van deze nieuwe regeling herhaaldelijk gewezen dat op de nadelige gevolgen voor sociale ondernemingen van de afschaffing van de mentorenkorting en de strikte voorwaarden van de nieuwe regeling. In de nieuwe regeling zullen ondernemingen niet meer worden ondersteund voor het mentorschap voor stages uit een reeks belangrijke studierichtingen in het secundair onderwijs. Deze situatie van gederfde middelen heeft mogelijke effecten op de bereidheid om stageplaatsen aan te bieden.
Er zijn heel wat objectieve redenen die maken dat werkplekleren een cruciale plaats heeft binnen de instroom van nieuwe medewerkers in de social profit. De omvang en de intensiteit van werkplekleren in deze sectoren is daar het bewijs van. Omwille van de kwalitatieve eisen die we stellen aan werkplekleren, zullen Verso en haar leden ervoor blijven ijveren dat sociale ondernemingen correct worden ondersteund om de begeleiding en coaching te kunnen voorzien.
Meer informatie vind je op de website van de Vlaamse overheid