VIA6: welke kwaliteitsmaatregelen?

VIA6: welke kwaliteitsmaatregelen?

Onder kwaliteit verstaan we werken aan werkbaar en wendbaar werk maar ook het streven naar meer instroom van personeel in onze sectoren en de versterking van sociale ondernemingen.

Naast koopkracht besteedt VIA6 aandacht aan kwaliteitsmaatregelen. Gelet op de eigenheid van de sectoren werden een aantal van deze maatregelen, zoals de inzet van meer personeel, op sectorniveau uitgewerkt. We beperken ons hier tot de intersectorale maatregelen.

1. Werken aan werkbaar en wendbaar werk

De social-profitsectoren zijn arbeidsintensieve sectoren. Gemotiveerde medewerkers zijn daarom cruciaal om een kwaliteitsvolle dienstverlening te bieden. Nochtans blijkt uit onderzoek dat de werkbaarheid van de jobs in deze sectoren onder druk staat. De Covid-19-crisis heeft de druk op het personeel nog verzwaard.

Een belangrijke maatregel in de zorg- en welzijnssectoren is dan ook het verlichten van de werkdruk door meer personeel aan te werven. Voor de specifieke sectorale invulling hiervan verwijzen we naar het akkoord onder het luik III Sectorale koopkracht- en kwaliteitsmaatregelen (pagina 46 in het docuement dat je hieronder kunt downloaden). We beperken ons hier tot volgende intersectorale maatregelen:

  • Structureel thuiswerk/telewerk

De Covid-19-crisis zorgde ervoor dat telewerk ook in de social-profitsectoren meer ingang vond. De sociale partners kwamen overeen om in elke sector collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten met betrekking tot telewerk/thuiswerk.

In deze cao engageren de sociale partners zich om op ondernemingsvlak concrete afspraken te maken om het telewerk/thuiswerk mogelijk te maken. De sociale partners zullen hierbij rekening houden met de voorwaarden die eigen zijn aan elke onderneming.

Voor meer informatie, zie luik II - deel I - punt 1 op pagina 21 van het document dat je hieronder kunt downloaden.

  • Vorming

Vorming is een sleutelelement binnen werkbaar en wendbaar werk. De sociale partners tekenden in VIA6 een groeipad uit waardoor de interprofessionele doelstelling van gemiddeld vijf opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalent bereikt moet kunnen worden in 2027. Daarvoor kwamen de sociale partners overeen dat de opleidingstijd jaarlijks a rato van een halve dag verhoogd wordt.

Voor meer informatie, zie luik II - deel I - punt 3.1 op pagina 23 van het document dat je hieronder kunt downloaden.

  • Kwaliteitsvolle loopbanen

In de social-profitsectoren zijn de voorbije jaren verschillende regelingen tot stand gekomen om de loopbaan beter te combineren met het privéleven. Hierdoor is het echter een uitdaging geworden om deze regelingen te laten samensporen met o.a. demografische ontwikkelingen, sectorale eigenheden en evoluties op de arbeidsmarkt. Daarom hebben de sociale partners afgesproken een open dialoog aan te gaan over een toekomstgerichte visie op loopbaanbeleid en kwaliteitsvolle loopbanen in de social profit.

Voor meer informatie, zie luik II - deel I - punt 5 op pagina 25 van het document dat je hieronder kunt downloaden.

  • Intersectorale samenwerking

Intersectorale samenwerking en multi-inzetbaarheid van personeel wordt vandaag steeds belangrijker, maar jammer genoeg zijn er hiervoor nog te veel drempels. O.a. de erkennings- en subsidiereglementering, uiteenlopende loon- en arbeidsvoorwaarden en arbeids- en sociaalrechtelijke bepalingen maken dit moeilijk.

De sociale partners en de Vlaamse overheid engageerden zich om deze drempels in kaart te brengen met hulp van deskundigen en naar mogelijke oplossingen te zoeken met het oog op het wegwerken van deze drempels via wetgeving en/of sociaal overleg.

Voor meer informatie, zie luik II - deel I - punt 6 op pagina 25 van het document dat je hieronder kunt downloaden.

  • Jaarlijks recht op 3 weken aaneensluitende vakantie

Het recht op 3 weken aaneensluitende vakantie wordt gegarandeerd. Hiertoe sluiten de verschillende paritaire comités cao’s af zodat elke werknemer die hiervoor een aanvraag doet, recht heeft op de toekenning van een aaneensluitende vakantieperiode van minstens drie opeenvolgende weken tijdens het kalenderjaar. Die 3 weken moeten bovendien 3 weekends kunnen omvatten. Deze toekenning kan echter uitzonderlijk beperkt worden wegens organisatorische noodwendigheden.

Voor meer informatie, zie luik II - deel I - punt 9 op pagina 27 van het document dat je hieronder kunt downloaden.

  • Werkbaarheid

Meten is weten. De Serv-werkbaarheidsmonitor is het instrument om werkbaarheid te meten. We willen hiermee op sectorniveau meer aan de slag door de resultaten in paritaire werkgroepen te bespreken. Zo kunnen we initiatieven en acties opzetten om de werkbaarheid van werknemers in de sectoren te verbeteren, onder andere aan de hand van concreet beschikbare instrumenten .

VIA6 voorziet bovendien heel wat bijkomende tewerkstelling om de werkdruk te verlichten, zoals hierboven al vermeld. De uitvoering hiervan zal opgevolgd worden in het lokaal sociaal overleg en daarnaast ook sectoraal en intersectoraal gemonitord worden.

Voor meer informatie, zie luik II - deel I - punt 11 op pagina 29 van het document dat je hieronder kunt downloaden.

2. Inzetten op zij-instroom en doorstroom

Heel wat social-profitsectoren kenmerken zich vandaag door een ‘vergrijzende’ leeftijdsstructuur van haar medewerkers. Dit maakt dat de komende jaren er een grote vraag naar medewerkers zal ontstaan om de pensioneringsgolf op te vangen (vervangingsvraag). Deze vraag naar personeel komt bovenop de zoektocht naar medewerkers om te beantwoorden aan de groeiende vraag naar kwalitatieve diensten als gevolg van diverse maatschappelijke evoluties (uitbreidingsvraag). Tot 2026 zullen er elk jaar ongeveer 46.000 medewerkers moeten worden gezocht, waarvan ongeveer 9.000 vervangingen door pensionering (zie ook ons cahier 'Talent gezocht voor de social profit').

De coronacrisis heeft uiteraard het fundamentele belang van sterke kwalitatieve collectieve diensten als maatschappelijke pijler nog eens onderstreept. Gezien de toegenomen complexiteit van de dienstverlening moeten we daarbij op zoek naar medewerkers met de juiste competenties.

Deze zoektocht naar medewerkers speelt zich af in een bredere arbeidsmarkt die zich kenmerkt door een kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod. De huidige arbeidsmarktkrapte voor heel wat knelpuntberoepen in de social-profitsectoren zal zich dus doorzetten. Bovendien zien we de werkbaarheid in de zorg- en welzijnssectoren de afgelopen jaren afnemen, zoals we hierboven hebben besproken.

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het dus niet alleen noodzakelijk dat we meer handen voorzien, maar een minstens even grote uitdaging is het vinden van deze medewerkers. Anders gesteld: acties expliciet gericht op (zij-)instroom zijn levensbelangrijk. Het wondermiddel hiervoor is er niet. Er zal dus op meerdere pistes moeten worden ingezet.

De instroomproblematiek is geen nieuw fenomeen, maar wordt wel steeds acuter. De diverse overheden en de sociale partners hebben de afgelopen jaren heel wat instrumenten ingezet om de instroom te verhogen. Nu moeten we ons blikveld verruimen: inzetten op werkzoekenden, niet-actieven en intersectorale transities stimuleren. Hiervoor hebben we nood aan een kwalificerend opleidingstraject. Opleiding en vorming zijn essentiële bouwstenen om de instroom en de doorstroom te garanderen.

Het VIA6 omvat een uitgebreid deel om de instroom in de sectoren te stimuleren. Vanuit de diverse beleidsdomeinen ‘Werk en Sociale Economie’, ‘Onderwijs en Vorming’ en ‘Welzijn, Volksgezondheid en Gezin’ werden er diverse actielijnen naar voren geschoven. Deze actielijnen zullen samen met de sociale partners en VIVO, VDAB en de sectorale opleidingsfondsen worden geconcretiseerd. Hiertoe zal ook een performante werkings- en opvolgingsstructuur worden opgezet. Op die manier worden de krachten gebundeld om de instroom de komende jaren een bijkomende “boost” te geven.

3. Ondersteuning van de sociale ondernemingen

De Vlaamse regering zet met haar plan ’Vlaamse Veerkracht’ in op digitale transformatie en op klimaat en vergroening. Dit relancebeleid biedt de kans om heel wat van de vernieuwingen die tijdens de coronacrisis in de sociale ondernemingen ontstonden, te verankeren. De sociale partners kwamen overeen in te zetten op volgende transities:

  • Digitalisering

Er wordt binnen VIA6 in 2021 een budget van 5 miljoen euro voorzien om de digitale werking van sociale ondernemingen te versterken. Daarbij houden we uiteraard rekening met de doelstellingen uit het bovenvermelde plan ‘Vlaamse Veerkracht’.

Daarnaast onderzoekt de Vlaamse regering hoe de social-profitsectoren opgenomen kunnen worden als partner in de taskforce ’Vlaanderen Helemaal Digitaal‘ en ook betrokken kunnen worden bij de opmaak van een gecoördineerd e-inclusief digitaliseringsbeleid.

  • Duurzaamheid

Zoals gezegd, zet de Vlaamse regering ook in op klimaat en vergroening. De Vlaamse regering onderzoekt hoe deze initiatieven kunnen uitgebreid worden naar sociale ondernemingen.

Om alvast werk te maken van een versnelling van de bekendmaking en de verdere implementatie van de SDG’s in de sociale ondernemingen, wordt eenmalig een budget voorzien binnen VIA6 van 1.000.000 euro voor intersectorale acties en opleiding- en vormingsinitiatieven.

Lees ook alles over de koopkrachtmaatregelen in VIA6.

Lees ook

Nieuw sociaal akkoord: wat staat erin?

Nieuw sociaal akkoord: wat staat erin?

Op 30 maart 2021 werd al voor de zesde keer een 'Vlaams intersectoraal akkoord voor de social-/non-profitsectoren' gesloten voor de periode 2021-2025 (VIA6).

VIA6: welke maatregelen voor meer koopkracht?

VIA6: welke maatregelen voor meer koopkracht?

Centraal in het luik koopkracht staat de uitrol van een gemeenschappelijke functieclassificatie. Voor sommige sectoren werd die al uitgewerkt, maar voor een groot deel va…

Sociaal akkoord brengt meer koopkracht, meer jobs en ondersteuning management

Sociaal akkoord brengt meer koopkracht, meer jobs en ondersteuning management

Na negen maanden onderhandelen is er eindelijk een akkoord tussen werkgevers, werknemers en de overheid voor een nieuw ambitieus intersectoraal sociaal akkoord voor de so…

Ontdek onze opleidingen over dit thema

31 mei 2024

Lerend netwerk ‘Strategische uitdagingen voor grote sociale ondernemingen’

Als directeur van een sociale onderneming word je geconfronteerd met bijzondere uitdagingen, o.a. op vlak van goed bestuur, arbeidskrapte, marktomgeving, financieel beheer, organisatieontwikkeling. Dit lerend netwerk creëert tijd en ruimte om met andere directieleden na te denken over deze strategische uitdagingen en de toekomst van jouw sociale onderneming.

10 oktober 2024

Ontdek hoe je de beste versie van jezelf wordt

kaart kaartlezen weg kwijt route 01 09 2014 Sylwia Bartyzel Unsplash.jpg

Verstevig je leiderschap en de onderlinge samenwerking met je team en word de leider die het verschil kan maken.

14 oktober 2024

Leerlab financieel management basis (Leuven)

Leerlab financieel management.png

Reservelijst ‘Leer financieel onderbouwde beslissingen nemen.’ Heb jij als manager of bestuurder van een sociale onderneming niet meteen een financieel-economische achtergrond? Heb je nood aan begeleiding die jou inzicht geeft in hoe je de financiële performantie van jouw onderneming kan monitoren?