Dynamiek

Hoe tabellen/figuren lezen?

In de ‘menselijke gezondheidszorg’ worden voor elke honderd jobs er jaarlijks (2021-2022) 2,7 nieuwe gecreëerd en gaan er 1,5 bestaande jobs verloren. In de sector ‘sport, ontspanning  en recreatie’ is deze dynamiek nog sterker: per honderd jobs worden er 16,6 nieuwe gecreëerd en gaan er 6,9 verloren. Gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt werden in deze periode eveneens meer jobs geschapen (per 100 jobs 8,2) dan dat er verloren gingen (per 100 job 5,2). 

  • Jobcreatiegraad
  • Jobdestructiegraad
  • Gezondheidszorg
  • Cultuur, onstpanning en sport
  • Maatschappelijke dienstverlening
  • Vlaamse arbeidsmarkt
  • Gezondheidszorg
  • Cultuur, onstpanning en sport
  • Maatschappelijke dienstverlening
  • Vlaamse arbeidsmarkt

Methodologie

Dynamiek van de werkgelegenheid

  • Arbeidsplaatsen/jobs: arbeidsplaatsen zijn de tijdens de referteperiode vervulde arbeidsplaatsen bij de in het Vlaams Gewest gevestigde “productie-eenheden”. De loontrekkende jobs zijn de jobs die in loonverband worden uitgevoerd. Het aantal loontrekkende arbeidsplaatsen in het Vlaams Gewest kennen we via de gedecentraliseerde RSZ-statistieken (naar werkplek). Het betreft hier de gedecentraliseerde RSZ-statistieken op 30 juni van alle aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen werkgevers, inclusief de lokale en provinciale overheden (Dibiss).
  • Nettowerkgelegenheidsgroei: het verschil (saldo) tussen jobcreatie en jobdestructie, beide componenten laten toe de onderliggende (bruto)dynamiek van de nettowerkgelegenheid in kaart te brengen.
  • Jobcreatie tussen jaar t-1 en jaar t is gelijk aan de toename van het aantal jobs tussen 30 juni van het jaar t-1 en 30 juni van het jaar t bij expanderende en startende werkgevers.
  • Jobdestructie tussen jaar t-1 en jaar t is gelijk aan de daling van het aantal jobs tussen 30 juni van het jaar t-1 en 30 juni van het jaar t bij krimpende en stoppende werkgevers. De berekeningswijze van jobcreatie en jobdestructie gebeurt op het niveau van de individuele onderneming (meeteenheid is de onderneming en niet de vestiging) en loopt volgens de methode van Davis, Haltwanger en Schuh (job creation and destruction, 1996). Zie project DynaM online.
  • In onze oefening nemen we enkel de werkgelegenheid (creatie en destructie) mee van de ondernemingen die enkel en alleen  arbeidsplaatsen hebben in het Vlaamse Gewest (uniregionale categorie). Er zijn evenwel ook ondernemingen die in meerdere gewesten vestigingen en dus ook arbeidsplaaten hebben (multiregionale categorie). Deze laatste laten we hier buiten beschouwing.
  • Jobcreatiegraad en jobdestructiegraad: percentage gecreëerde en verloren jobs in een bepaalde periode (tussen 30 juni t-1 en 30 juni t) op het totaal gemiddeld aantal arbeidsplaatsen van jaar t en t-1.

Ik help je graag

Dirk Malfait

Dirk Malfait

Beleidsadviseur arbeidsmarkt en onderwijs

Stel je vraag