“Een wonde die je niet verzorgt, begint te ontsteken. Hetzelfde geldt in de jeugdhulp. Zo snel mogelijk ingrijpen, rendeert.” Directeur Hendrik Delaruelle van het Vlaams Welzijnsverbond en coördinator van vzw Jeugdhulp Don Bosco Vlaanderen Cyriel Craeghs hebben een krachtige boodschap. Ondanks de wachtlijsten in de welzijnssector, klinkt er ook hoop. “Want er gebeuren elke dag wonderen in de jeugdhulp. Daar mag je niet op besparen.”
De leefruimte van dagcentrum De Wip in Halle oogt warm en gezellig. Met kleurrijke muren, een spelletjeskast, een leeshoek met zachte kussens en een grote houten tafel. Hier vinden tien kinderen vanaf de leeftijd van zes jaar meer dan een moment van rust na de schooluren. Het dagcentrum biedt veiligheid, steun en begeleiding. Niet alleen voor de kinderen, ook de ouders en gezinnen worden betrokken en krijgen opvoedingsondersteuning.
Jeugdhulp Don Bosco Vlaanderen vzw heeft zulke kleinschalige dagcentra in heel Vlaanderen, naast mobiele en residentiële initiatieven. “De Wip had aanvankelijk een erkenning voor twaalf kinderen”, zegt coördinator Cyriel Craeghs. “Twee plaatsen hebben we opgeofferd om voor kleuters en lagereschoolkinderen een ‘time-out’-project uit te werken. Door kinderen die het moeilijk hebben een dag of langer uit de klas te halen, mondt de situatie niet uit in een crisis. We betrekken ook de ouders en proberen zicht te krijgen op de oorzaken van de problemen.”
“We organiseren geen time-out, maar een time-in” - Cyriel Craeghs
“In onze school in Sint-Pieters-Woluwe organiseren we geen ‘time-out’, maar een ‘time-in’. Kinderen en jongeren die het moeilijk hebben, kunnen in een ruimte in de school zelf terecht. Je wilt ze voor hun bestwil binnen de schoolmuren houden in een grootstad. We werken nauw samen met de leerkrachten. Wat betekent het gedrag van de jongeren? Hoe ga je er het best mee om? Samen met de school en de leerkrachten schrijven we een plan, zodat leerkrachten zich gesteund voelen. Ze staan er niet alleen voor.”
In de kiem
Cyriel schetst de werking als voorbeeld van hoe de sector van de jeugdhulp flexibel inspeelt op de noden met de middelen die voorhanden zijn. “Op het werkveld weten de hulpverleners echt wel wat er moet gebeuren”, zegt directeur Hendrik Delaruelle van het Vlaamse Welzijnsverbond. “Met het ‘time in’-project speelt Jeugdhulp Don Bosco heel kort op de bal. Door snel in te grijpen, behoudt het kind alle kansen op zich te ontwikkelen en komt de schoolcarrière niet op de helling te staan. Ook voor ouders is dat een verademing.”
“Door probleemsituaties in de kiem aan te pakken, vermijd je dat die helemaal ontsporen. Zoals een wonde begint te ontsteken als je die niet verzorgt. Je kan dat niet in elke situatie vermijden. Daarom is ook crisishulp en residentiële opvang nodig.”
De sector van de jeugdhulp is al langer in reconversie, met minder residentiële en meer ambulante en mobiele hulp. “De sector blijft zich constant herdenken en verbeteren om de kansen van kinderen, jongeren én hun gezinnen te maximaliseren. Een mooi voorbeeld is het ‘time in’-project, waar over de sectoren van jeugdhulp, onderwijs en gezinshulp heen wordt samengewerkt.”
Investeringen renderen
De impact van adequate jeugdhulp op onze samenleving is amper te onderschatten, daar zijn Hendrik en Cyriel van overtuigd. “En niet alleen om kinderen alle kansen te geven op een kwaliteitsvol leven, zoals je als maatschappij verplicht bent te doen. Ook vanuit economisch oogpunt. Hoe vroeger je ingrijpt in probleemsituaties, hoe minder volwassenen met verslavingen, psychiatrische problematieken en zo meer. En dus minder drama’s en minder kosten voor de gezondheidszorg en de samenleving.”
Meer investeringen dus, dat vraagt de sector al langer. Er kwamen ook wel extra middelen. “De sector van de jeugdhulp kreeg aan het begin van de legislatuur 60 miljoen euro extra, en in de loop van de rit nog eens 100 miljoen euro. De kinderopvang kreeg in totaal 330 miljoen euro toebedeeld, en de sector van personen met een handicap kreeg ook 270 miljoen euro. Er is fors geïnvesteerd, dat is zeker zo. En het klinkt ondankbaar dat we niet tevreden zijn, maar een halfvol glas is ook nog altijd halfleeg.”
Wachtlijsten
Dus zijn er wachtlijsten. Wie hoopt op een plaatsje in dagcentrum De Wip, moet een jaar wachten. “We hanteren een actief wachtlijstbeheer”, zegt Cyriel. “Minstens één keer per maand nemen we contact op met de gezinnen op de wachtlijst. Om te polsen hoe het met hen gaat, of ze misschien een andere oplossing hebben. Zo voelen ze zich gesteund en voeden we de hoop.”
Hendrik: “Niemand zou aanvaarden dat kinderen een jaar moeten wachten om naar het derde leerjaar door te schuiven, toch? Maar in de jeugdhulp, kinderopvang en de sector voor personen met een handicap, lijkt men dat wel te aanvaarden. Alle agentschappen maken berekeningen wat het zou kosten om de wachtlijsten weg te werken. Het kan dus berekend worden en confronteert de politiek met keuzes."
Geïntegreerde zorg
Voldoende investeringsmiddelen is één ding, de zorg organiseren een ander. Er is een meer geïntegreerde zorg nodig, volgens het Vlaams Welzijnsverbond. “Zorg voor een regelluw kader waarin de jeugdhulp en andere welzijnssectoren zich kunnen organiseren”, zegt Hendrik. “Dan krijg je initiatieven in dialoog met onderwijs, geestelijke gezondheidszorg, mobiliteit, vrije tijd. Dat is de toekomst: een leraar die vaststelt dat hij geen vat meer krijgt op een leerling en dat het gesprek met de ouders moeilijk verloopt, neemt contact op met jeugdhulp. Dat reageert meteen met de steun van gezinshulp en andere instanties als dat nodig is. Want een probleemsituatie is niet eenduidig, we zien steeds vaker complexere situaties met verschillende problematieken aan de basis.”
Indexering
De niet-indexering van de werkingsmiddelen in de welzijnssector speelt ook de jeugdhulp parten. Al tien jaar lang zijn die bevroren. Ook Don Bosco moet harde keuzes maken. “We sparen noodgedwongen op personeel om onze werking te garanderen”, zegt coördinator Cyriel.
“Meer investeren in de jeugdhulp is misschien moeilijk, maar op lange termijn levert het zoveel op” - Hendrik Delaruelle
Hendrik: “De 100 euro die de jeugdhulp tien jaar geleden als werkingsmiddelen kreeg, zouden er nu 135 moeten zijn. Maar in de praktijk zijn het er nog 92. Dit heeft ernstige gevolgen voor de kwaliteit van de dienstverlening, de niet-indexering raakt het DNA van de organisaties. Dus een oproep aan de volgende Vlaamse regering: stop daarmee. Want als je geen verplaatsingen meer kan doen, geen deftige maaltijden meer kan aanbieden, geen aanklampend gedrag meer kan vertonen voor mensen op de wachtlijst, dan komt de hele jeugdhulp onder druk.”
Toch is er hoop en geloof in de overheid. “De minister erkende het probleem van de niet-indexering. Tijdens de coronacrisis heeft de sector tot twee keer toe een energiepremie gekregen. Er kwam een actieplan ‘Crisis in de Jeugdhulp’. Maar het is niet genoeg. In de jeugdhulp gebeuren elke dag wonderen. Meer investeren is misschien moeilijk, ja. Maar op lange termijn levert het onze samenleving zoveel meer op.”