Het aantal medewerkers kan ook worden uitgedrukt naar voltijdsequivalenten (vte). Hierbij wordt uitgegaan van een telling van de arbeidsprestaties van de medewerker, gekoppeld aan het arbeidsvolume. Iemand die halftijds werkt, wordt slechts meegeteld voor de helft van een voltijdsequivalent.
Hoe tabellen/figuren lezen?
Bij een ‘geïndexeerde evolutie’ nemen we een bepaald jaar als referentie. Dit punt zetten we op 100. Daarna kijken we hoe dit in de tijd is geëvolueerd.
Bijvoorbeeld:
In 2024 ligt het aantal medewerkers in de social profit in termen van voltijdsequivalenten 22% hoger dan in 2014, terwijl dit aantal gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt slechts met 10% groeide.
De ‘ratio’ geeft de verhouding weer tussen het aantal medewerkers in koppen en in voltijdsequivalenten.
Bijvoorbeeld:
In PC 318 werken er 163 medewerkers per 100 vte, terwijl dit in 2024 gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt 128 medewerkers per 100 vte was.
- 318 Diensten voor gezins- en bejaardenhulp
- 319 Opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten
- 327 Beschutte werkplaatsen en sociale werkplaatsen
- 329 Socioculturele sector
- 330 gezondheidsinrichtingen en -diensten
- 331 Vlaamse welzijns- en gezondheidssector
- Social profit
- Vlaamse arbeidsmarkt
- VTE
- Koppen