Voor het schooljaar 2024-2025 gaat de onderwijsvernieuwing van het secundair een nieuwe fase in. Dit jaar maakt het 2de jaar van de 3de graad de overstap naar de vernieuwde matrix.
Ondanks het feit dat het secundair onderwijs in Vlaanderen internationaal goed scoort, wijzen onderzoeken en ervaringen op belangrijke verbeterpunten. Om elke leerling het beste onderwijs te bieden op maat van zijn talenten, interesses en mogelijkheden, werd het secundair onderwijs daarom ook hertekend. Deze vernieuwing is gestart in het schooljaar 2019-2020 en wordt afgerond in het schooljaar 2025-2026.
De oriënterende functie van de 1ste graad secundair onderwijs wordt versterkt
Leerlingen ontdekken en ontplooien in de 1ste graad hun interesses, talenten en mogelijkheden, voortbouwend op het lager onderwijs. De 1ste graad bereidt leerlingen voor om trapsgewijs een geïnformeerde en bewuste studiekeuze te maken.
Een transparant studieaanbod in de 2de en de 3de graad secundair onderwijs
Het studieaanbod in de 2de en de 3de graad wordt ingedeeld volgens studiedomeinen, finaliteiten en onderwijsvormen. Deze nieuwe indeling (de matrix) zorgt voor meer transparantie en eenvoud. Bepaalde studierichtingen zijn inhoudelijk geactualiseerd, andere zijn samengevoegd en enkele studierichtingen zijn geschrapt. Daarnaast beantwoorden nieuwe studierichtingen aan innovaties op de arbeidsmarkt of nieuwe ontwikkelingen in de samenleving. De finaliteit van elke studierichting is helder.
Impact modernisering op de zorgopleidingen
De keuzes die voor de zorgopleidingen in de nieuwe onderwijsmatrix gemaakt werden, zijn weloverwogen en gedragen door zowel de onderwijsverstrekkers als de zorgsectoren, met de bedoeling de leerlingen kwalitatief voor te bereiden op verdere studie (dubbele finaliteit) en arbeidsmarkt (dubbele en arbeidsmarktfinaliteit).
Onder andere diende een antwoord te worden geboden op een aantal problemen die zich binnen de oude SO-structuur voordeden. Zo bleek uit de vaststellingen van de VDAB dat jongeren die na de 3de graad verzorging met een certificaat verzorgende op de arbeidsmarkt terecht kwamen, nog onvoldoende matuur en voorbereid waren om op zelfstandige wijze in de alsmaar complexere zorgsituaties in de gezinszorg aan het werk te gaan, waardoor ze niet of onvoldoende instroomden in de sector.
Ook aan de vraag naar noodzakelijke stageplaatsen kon de sector niet tegemoetkomen voor de jongere en minder mobiele leerlingen van de 3de graad.
Binnen de nieuwe matrix is er in de Arbeidsmarktgerichte finaliteit dan ook voor geopteerd om de beroepskwalificatie van verzorgende gekoppeld aan die van zorgkundige in het 7de jaar aan te bieden (beide beroepskwalificaties zijn ingeschaald op niveau 4 van de VKS).
Zo komt de gelijkwaardigheid tussen verzorgende en zorgkundige beter tot haar recht, en voor de leerlingen biedt dit meerdere voordelen: ze krijgen de tijd om, kwalitatief, de uitdagende competenties te verwerven van twee beroepskwalificaties die elkaar versterken; er is een ruimer scala aan stageplaatsen, en ze maken al tijdens hun studie kennis met de verscheiden zorgsectoren. Later op de arbeidsmarkt zullen ze ook meer mobiliteit ervaren tussen de verschillende zorgsectoren.