Hoe slaagt Hilde Crevits erin om de crisis waarin we ons bevinden om te buigen tot een kans?
De impact van Hilde Crevits op de social profit is moeilijk te onderschatten. Als Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw bepaalt ze in grote mate het reilen en zeilen van de sociale sector. Hoe slaagt ze erin om de crisis waarin we ons bevinden om te buigen tot een kans – ook voor de meest kwetsbaren?
Toen u begon was de situatie op de arbeidsmarkt compleet anders dan nu. Hoe gooide u het roer om tijdens de coronacrisis? En helpt of hindert de uitzonderlijke situatie om uw beleid uit te rollen?
“Dertien jaar ben ik minister, maar een crisis zoals deze heb ik nog nooit meegemaakt. Bij de start van de Vlaamse Regering in 2019 stond nochtans de arbeidsmarkt al in brand: veel vacatures, weinig kandidaten. Nu zien we bedrijven met het water aan de lippen en toenemende werkloosheid. Sindsdien zijn er extra middelen, die broodnodig zijn om bedrijven en jobs te beschermen. Het zijn geen geschenken.”
“Corona maakt beleid uitvoeren er niet gemakkelijker op. Wel brengt het een aantal zaken in een stroomversnelling. Je voelt een urgentie, een ‘samenhorigheidsgevoel’ dat we snel moeten schakelen om in te spelen op waardevolle tendensen. Zo hebben we 4 miljoen euro extra geïnvesteerd in april 2020 in het online opleidingsplatform van VDAB. En maar goed, want in 2020 volgden 73.000 Vlamingen er een online cursus – een record.”
"Alle hens aan dek’ is er en we weten wat ons te doen staat, maar het moet natuurlijk ook nog lukken"
“Nog een voorbeeld: in februari 2020 hadden we met de sociale partners een akkoord ‘Iedereen aan boord’ om de krapte op de arbeidsmarkt te lijf te gaan door de werkzaamheidsgraad te verhogen. Zes maanden later lag er een akkoord op tafel met allerlei relancemaatregelen onder de wervende noemer ‘Alle hens aan dek’ – een beklemtoning van het kritieke van de situatie. Daarmee zetten we massaal in op herscholen zodat mensen aan de slag kunnen blijven, maken we werk van ondersteuning van werk naar werk transities, willen we mensen die hun job verliezen intensiever en sneller begeleiden, telewerk duurzaam verankeren, enz. Het sociaal akkoord is er en we weten wat ons te doen staat, nu moeten we er alles aan doen om dat ook te doen lukken. Ik vind dat de werkgevers zich daar nog beter op zouden moeten voorbereiden. Er zijn acute noden in de zorg, profielen die niet ingevuld geraken, terwijl er vele duizenden geen job hebben. Dat wordt de uitdaging: hoe zorg je ervoor dat mensen, ook zij die wat ouder zijn, zich herscholen om onder meer in de zorgsector aan de slag te gaan?”
"Het zijn gouden tijden voor creatieve voorlopers"
“Ik ben optimistisch van nature en probeer ook hier weer het goede in het slechte te zien. Deze enorme crisis draagt al even enorme opportuniteiten in zich. Denk aan de groeiende aandacht voor alles wat dichtbij is, zoals de korte keten in de voedingsnijverheid. Denk aan de boost die digitalisering krijgt, het duurzame en het circulaire ook – waarin de maatwerksector overigens een voortrekkersrol speelt. Denk ook aan de aandacht voor innovatie. Weet je, er zijn nog nooit zoveel innovatiesubsidies aangevraagd voor goede initiatieven. Je voelt: het zijn gouden tijden voor uitvinders en creatieve voorlopers. Ook in de gezondheidssector.”
Wat nieuw is deze legislatuur, is dat de minister van Werk ook minister van Sociale Economie is. Wat is de impact van de relanceplannen voor de maatwerkbedrijven?
“Om te beginnen is sociale economie economie tout court. De maatwerksector (de voormalige beschutte en sociale werkplaatsen) en bij uitbreiding de lokale diensteneconomie en alle sociale ondernemingen zijn een volwaardig onderdeel van de economie. Net als andere sectoren, lijdt de sociale economie onder de aanhoudende coronacrisis. De impact is echter zeer verschillend, gelet op de rijke variatie aan ondernemingen en diverse bedrijfsactiviteiten. Zo moesten kringwinkels tijdelijk verplicht sluiten terwijl sommige maatwerkbedrijven snel mondmaskers of plexischermen zijn beginnen te produceren. Behalve de ondersteunende maatregelen die we namen om de sociale economie financiële zekerheid op korte termijn te bieden, zijn we al tijdens de eerste lockdown beginnen na te denken over de relance. Omdat we wisten dat de impact groot zou zijn en de coronacrisis nog een hele tijd ‘naweeën’ zou geven. Net voor de kerstvakantie lag er het ‘Alle hens aan dek’-akkoord, met acties en beleidsmaatregelen om onze ondernemingen en hun werknemers de eerstvolgende maanden en jaren nog sterker te ondersteunen in het woelige socio-economische vaarwater. We willen dat iedereen mee is en dat ook kwetsbare werknemers en werkzoekenden, veilig aan boord blijven.”
“We denken niet enkel defensief, maar ook offensief. In ‘Alle hens aan dek’ is er een beleidsactie om de sociale ondernemingen te versterken op het vlak van digitalisering, lokale productie, verduurzaming en circulaire bedrijfsactiviteiten met de reguliere economie… Daarmee willen we de veerkracht, de productiviteit en de ondernemerschapscultuur verbeteren en versterken.”
"In maatwerkbedrijven wordt topinnovatie ontwikkeld"
“Onlangs heb ik 5 miljoen euro vrijgemaakt voor de 156 maatwerkbedrijven en maatwerkafdelingen. Die middelen dienen voor de opstart of uitbreiding van nieuwe duurzame en circulaire bedrijfsactiviteiten. Het is voor het eerst dat een oproep zich specifiek focust op de circulaire economie. Enkel de bedrijven die aantonen dat ze zich met hun activiteiten (her)oriënteren op de circulaire economie, kunnen steun ontvangen. Het extra budget zorgt voor circa 215 bijkomende jobs.”
“Niet alleen op vlak van digitalisering moeten we de sociale economie nog meer versterken, maar ook door in te zetten op werkbaar werk. Een innovatief voorbeeld zijn de cobots, robotten die op maat van de werknemer een deel van het belastende werk verlichten. Dat is topinnovatie die ontwikkeld wordt in onder meer maatwerkbedrijven in samenwerking met wereldbekende instituten zoals Flanders Make en Imec, en nadien een overslagpunt vindt naar de gewone economie. Dat is een van de grote sterktes van de sociale economie: dat ze die toepassingen maken op mensenmaat, terwijl gewone bedrijven daar vaak minder aandacht aan besteden. In het VIA6-akkoord hebben we weerkerend én eenmalig extra middelen toegekend voor digitalisering en technologische evoluties in de sector. Dat wordt nu door de maatwerkbedrijven technisch uitgewerkt.”
2021 wordt het jaar van de opleiding. Hoe gaat u dat invullen?
“Om de Vlaamse veerkracht te vergroten, zetten we een groot offensief in op vlak van opleiding. Niet alleen voor werkzoekenden, inactieven of tijdelijk werklozen, maar ook voor wie een job heeft en zich wil heroriënteren. Om dat te bereiken, versterken en promoten we het (online) opleidingsaanbod bij CVO’s, CBE’s, hogescholen, universiteiten, VDAB, ondernemersopleidingen, sectoren en private opleidingsverstrekkers. We streven ernaar dat de helft van de intensief tijdelijk werklozen een opleiding, stage of vrijwilligerswerk doen of instappen in een tijdelijke job, bijvoorbeeld in de zorg. Op korte termijn staan er heel diverse acties in de steigers, ter uitvoering van het relanceplan met onder meer een gepersonaliseerd loopbaanplatform van VDAB waarbij via artificiële intelligentie opleidingen worden aangeboden. Op langere termijn wil ik samen met minister van Onderwijs Ben Weyts een actieplan levenslang leren opzetten. Het startschot daarvan is al gegeven met de oprichting van het Partnerschap Levenslang Leren onder leiding van professor Ans De Vos.”
"De strijd tegen discriminatie is het sluitstuk van inclusiviteit"
Inclusieve werkvloeren ligt u en Verso na aan het hart. Verso trekt mee aan de kar via Hands-on Inclusion (ESF 500). Wat is uw visie?
“We willen de werkzaamheidsgraad verhogen. Dat betekent dat er meer mensen aan de slag moeten. Dat betekent ook dat je heel breed mensen enthousiast moet kunnen maken om te gaan werken en tegelijk werkgevers enthousiast moet maken om nieuwe medewerkers kansen te geven. Dat gebeurt nog te weinig. Er is nog discriminatie op de arbeidsmarkt, en niet alleen van mensen die geen Belgische roots hebben: ouderen, kwetsbare groepen… Dat is de reden waarom ik een oproep gelanceerd heb om partners te vinden die inclusief ondernemen willen uitdragen bij de bedrijven en hen hierin willen ondersteunen. Ik ben dan ook zeer tevreden dat Verso hiervoor nu een mooi project heeft ingediend. We moeten ons richten op zowel de vraag- als de aanbodzijde. We moeten dus ook aan werkgevers vragen om hun blik te verruimen en hen wijzen op talenten bij mensen naar wie ze misschien niet spontaan zouden zoeken.”
“In de sectorconvenanten wil ik met zoveel mogelijk sectoren een nulmeting doen. Ik wil in kaart gebracht zien hoe het nu eigenlijk zit met die discriminatie en welke sectoren het minst goed scoren. Hoe dan ook is het sluitstuk van inclusie de strijd tegen discriminatie.”
Hoe ziet u de toekomst van het sociaal overleg?
“Ik hecht zeer veel waarde aan het sociaal overleg, ook op Vlaams niveau. Zeker in deze ongeziene socio-economische tijden vind ik het cruciaal om regelmatig met de (Vlaamse) werkgevers- en werknemersfederaties overleg te plegen. Elke week heb ik kort digitaal overleg met de verschillende SERV-partners, waaronder Verso. Sociaal overleg loont ook. Ik geef concrete voorbeelden. ‘Alle hens aan dek’ is het resultaat van wekenlang intensief overleg tussen overheid en sociale partners, net zoals het zesde Vlaams intersectoraal akkoord (VIA6). Oké, dialoog en sociaal overleg vergen tijd, maar ik vind dit zinvol. Om het met een boutade te zeggen: “Wil je snel gaan, ga dan alleen. Wil je ver geraken, ga dan samen.”
“Ik heb ook een vraag aan de sector”
“We moeten massaal inzetten op de herscholing van mensen en de bereidheid om nieuwe profielen aan te trekken. Ik heb daarin mijn verantwoordelijkheid, maar de gezondheidssector ook, want die moet de handen in elkaar slaan – ook met VDAB. Toen VDAB een platform oprichtte om profielen naar de zorg toe te leiden, verschenen daar nauwelijks vacatures op. Ik dacht: hoe kan dat nu? Er is nog te weinig een cultuur van samenwerken en daar zullen we in moeten investeren.
Bovendien vraag ik me ook of het niet mogelijk is om sommige functies te splitsen. Je hebt aan een bepaald profiel ook taken die een niet-zorgkundige perfect kan uitvoeren. Dat mis ik, want al die profielomschrijvingen bepalen vaak dat je een medische achtergrond moet hebben, maar gaan voorbij aan de mogelijkheid om kruisverbanden te zien. Zo zou je bijvoorbeeld in woonzorgcentra voor een stuk mensen uit de sociale economie kunnen tewerkstellen. Dat lijkt precies nog onontgonnen terrein. Of het realistisch is weet ik niet, maar ik wil het gesprek opstarten om te onderzoeken of je op die manier geen taken kan verlichten door extra hulp in te zetten.”
“Mijn respect is onmetelijk”
“Mijn ouders zijn erg hulpbehoevend, vooral mijn mama. Maar tijdens heel die crisis is de hulp blijven komen. Ook de huisarts kwam geregeld langs om te kijken hoe het met mijn moeder ging. Mijn respect voor al die mensen die aan huis zijn blijven komen en zich hebben blijven inspannen ondanks alle beperkingen is onmetelijk.”
“Opdracht geslaagd”
“In begin van de legislatuur dacht ik nog: hoe ga ik wetenschapscommunicatie in hemelsnaam in de huiskamer krijgen? Dankzij de virologen en biostatistici is dat intussen een zorg van het verleden. Ze zijn meer op tv dan politici. Die opdracht is dus geslaagd.” (lacht)
Over wakker liggen en opstaan
“Wakker lig ik van dingen die niet vooruitgaan. Zoals het aantal langdurig zieken. Als we zulke mooie projecten hebben om die mensen naar de arbeidsmarkt te leiden, en toch lukt het ons niet. Het kan toch niet dat mensen zich afgeschreven voelen omdat ze een langdurige ziekte hebben? Sommigen kunnen niet, dat is waar, maar een op de drie geeft aan te willen werken. Hoe kunnen we daar verbetering in brengen.”
“Ik sta op om dingen in beweging te zetten. Het moment waarop je ’s morgens wakker wordt met loden benen, en ik heb het niet over een eenmalige baaldag, dan moet je stoppen. De drang om maatschappelijk het verschil te maken is de reden waarom ik mijn job graag doe.”
“2021 wordt beter dan 2020 als…”
“Ik kijk ernaar uit dat iedereen gevaccineerd is en alle cafés en restaurants weer definitief open zijn. Zodat we volop kunnen leven. Als ik zie hoe sommigen afzien… Je voelt dat mensen in wezen knuffeldieren zijn. We hebben nabijheid nodig.”