Werkplekleren is leren op of nabij de werkvloer. Het omvat een brede waaier aan leerwerkvormen die het doorgeven van kennis en vaardigheden mogelijk maken. We hanteren hier een ruime definitie, het gaat dus zeker niet enkel om nieuwe medewerkers opleiden op de werkvloer.
Enkele voorbeelden:
- introductieprogramma’s voor nieuwe medewerkers
- mentoring of peter/meterschap
- coaching
- inoefenen van nieuwe vaardigheden
- lerende netwerken
- stages, intervisie …
Volgende voorwaarden bevorderen het werkplekleren:
- een open sfeer waar feedbackmogelijkheden zijn tussen collega’s onderling en tussen leidinggevenden en medewerkers
- minder ervaren medewerkers kunnen samenwerken met meer ervaren medewerkers
- genoeg afwisseling mogelijk – door variatie in taken en opdrachten komt iemand in aanraking met nieuwe elementen waardoor hij of zij bijleert;
- medewerkers hebben voldoende autonomie om zelf hun taak in te vullen
- medewerkers hebben voldoende leerbereidheid en leervermogen
Voordelen
Werkplekleren is een populaire leervorm en dat is niet onterecht. Uit onderzoek blijkt dat 70% van wat we leren, geleerd wordt door ervaringen op de werkplek (via uitvoering van taken en oplossen van problemen). Werkplekleren is bovendien flexibel: je kan leren wanneer er de tijd of de behoefte toe is en bent niet afhankelijk van een opleiding.
Nadelen
Het kan soms wel eens een nadeel zijn dat mensen in hun normale werkcontext blijven. Om nieuwe kennis op te doen of creatief na te denken over oplossingen, kan het goed zijn om uit de normale werkcontext te komen.
Lerende organisatie
Werkplekleren draagt bij tot het creëren van een ‘lerende organisatie’, een organisatie waar leren en werken voortdurend geïntegreerd gebeuren. Dit wordt steeds belangrijker in een tijd waarin organisaties voortdurend geconfronteerd worden met veranderingen. Het tempo van veranderingen volgen, betekent ervoor zorgen dat kennis en ervaring snel in de praktijk kunnen worden omgezet. Hoe beter je daarin bent als organisatie, hoe groter je capaciteit tot je aanpassen aan nieuwe situaties en tot innoveren.
Een organisatie kan zelf ook randvoorwaarden creëren die het werkplekleren bevorderen, bijvoorbeeld via het organiseren van loopbaangesprekken, het opstellen van persoonlijke ontwikkelingsplannen en het organiseren van (interne) lerenden netwerken.
In bepaalde gevallen kan je voor ondersteuning terecht bij VIVO, VDAB en andere arbeidsbemiddelaars, zoals bijvoorbeeld de Werkplekarchitecten.
Meer info?
- Goede voorbeelden van voor de praktijk ontwikkelde instrumenten (Vlaamse Overheid)
- Ook de SERV - Stichting Innovatie en Arbeid heeft een publicatie ‘werken en leren – leren op de werkplek in de praktijk’