Drie types raden van bestuur

Drie types raden van bestuur

Als we kijken naar de manier waarop de raad van bestuur samenwerkt met de directie, kunnen we drie types onderscheiden. Ze bestaan nauwelijks in zuivere vorm maar elke organisatie herkent zich meestal wel in een van de types. Na verloop van tijd kan een raad van bestuur ook evolueren naar een ander type.

(1) Beleidsvoerende Raad van Bestuur

  • De beleidsvoerende raad van bestuur concentreert zich op het strategisch beleid van de vzw en stippelt mee de krijtlijnen voor het beleid van de toekomst uit.
  • De directie zorgt voor de beleidsvoorbereiding en houdt vinger aan de pols in de sector; de raad van bestuur zet samen met de directie alles om in een beleidsplan. Daarna is het weer aan de directie die de concrete stappen bepaalt, het beleidsplan uitvoert en verantwoording aflegt over de resultaten.   
  • Dit type raad van bestuur kenmerkt zich door een hoge betrokkenheid van bestuurders. Het gaat hier om een partnerschap waarbij de competenties van beide partijen, raad van bestuur en directie, optimaal benut worden. Deze raad van bestuur houdt zich in regel niet bezig met operationele zaken.
  • Dit type van samenwerking geniet de voorkeur in deze tijd van grote uitdagingen en veel verschuivingen. Het garandeert een optimale inzet van competenties en een breed draagvlak voor de besluiten die genomen worden.  
  • Idealiter komt de beleidsvoerende raad van bestuur tussen zes en tien keer per jaar samen.

(2) Toezichthoudende raad van bestuur

  • Een toezichthoudende raad van bestuur is weinig of niet betrokken bij het strategisch beleid van de vzw. De directie neemt het voortouw in alle dossiers en voert het beleid ook uit, de raad van bestuur heeft vooral een controlerende functie en ziet toe op de rekeningen.
  • Dit type raad van bestuur komt meestal slechts zelden samen, bijvoorbeeld twee keer per jaar bij voorlegging van de rekeningen.
  • De afstand tot de organisatie is groot. Dit kan leiden tot desinteresse van de leden en in extreme gevallen tot risicogedrag vanuit de directie of misbruik.
  • Dit type kwam vroeger vaak voor, maar is ons inziens minder aan te raden.

(3) Uitvoerende raad van bestuur

  • Een uitvoerende raad van bestuur bepaalt niet alleen het strategisch beleid maar ook (deels) het operationeel beleid. Staf en directies krijgen dan een louter uitvoerende functie. Soms gaat dit nog een stap verder en gaat de raad van bestuur ook zelf mee uitvoeren.
  • Het spreekt vanzelf dat dit best vermeden wordt maar in bepaalde gevallen is dit nuttig en noodzakelijk, bijvoorbeeld bij de kernmomenten van de organisatie, zoals de oprichting, wanneer er vaak nog geen personeel is. Ook tijdens een crisissituatie, zoals een conflict waar de directie betrokken partij in is, kan de raad van bestuur tijdelijk een deeldomein van het beleid overnemen en zelf operationele krijtlijnen uitzetten, die dan uitgevoerd worden door de directie. Het kan ook gebeuren dat er door een directeurswissel tijdelijk geen directie aanwezig is. Ook dan zal de raad een tandje moeten bijsteken.
  • Doel van deze tijdelijke tussenkomst blijft het zorg dragen voor de continuïteit van de organisatie.
  • Een raad van bestuur die echter na de pionierstijd nog steeds deze uitvoerende rol blijft opnemen, staat het operationeel beleid in de weg en maakt  geen optimaal gebruik van de competenties van de directie en dit kan de bloei en groei van de vzw tegengaan.

Over de goede taakverdeling tussen de raad van bestuur en andere beleidsorganen hebben we het hier