Een van de basisbeginselen van de Agenda 2030 is dat ze als een één-en-ondeelbaar kader behandeld moet worden.
Onder andere Wayne Visser wijst op het gevaar van cherrypicking of rainbow dressing wanneer organisaties er de SDG-kwesties uitpikken die binnen hun comfortzone vallen en ze de SDG’s niet systematisch implementeren in het kader van een duurzaamheidsstrategie.
Anderzijds is het in sommige gevallen onmogelijk of niet relevant om op alle 17 SDG’s tegelijk in te zetten.
Verschillende SDG-implementatiegidsen raden aan om een prioriteringsoefening te doen. Door de grootste potentiële positieve en/of negatieve impact van een organisatie op de SDG’s in kaart te brengen is het eenvoudiger om te werken met de SDG’s en prioriteiten te stellen.
Er is wel een holistische benadering nodig bij het werken met de SDG’s. Een positieve impact op één van de SDG’s mag niet gepaard gaan met een achteruitgang op een van de andere doelstellingen. Het CIFAL Flanders SDG-Spinnenweb maakt een holistische toets mogelijk bij het implementeren van concrete acties en initiatieven die inzetten op geïdentificeerde prioriteiten.
Andere hulpmiddelen om acties te prioriteren zijn bijvoorbeeld SDG Compass en SDG Action Manager.