“Team innovatie? Daar zit iedereen in”

“Team innovatie? Daar zit iedereen in”

In het uiterste hoekje van Limburg, op een steenworp van de kernwapens in Kleine Brogel, schuilt een warm nest van vaak eenvoudige, maar effectieve innovatie. Sint-Oda, een dienstencentrum voor mensen met een beperking, heeft in heel haar werking een innovatieve reflex geïntegreerd. Leen Hulshagen draagt er zelfs de titel van ‘Directeur Innovatie’. Tinneke Palmans, Projectmanager Zorgstrategisch Beleid, geeft de projectmatige aanpak vorm. “Het draait allemaal om kansen geven aan ideeën.”

“Toen ik hier vijf jaar geleden arriveerde, wist bijna niemand wat ik kwam doen. ‘Directeur Renovatie? Wat een gekke titel. Kan je dan deze muur eens komen plamuren?’ Die vraag heb ik serieus gekregen”, lacht directeur Innovatie & Projecten Leen Hulshagen.

Om budget smeken

De timing van haar komst naar Sint-Oda was niet toevallig. Het Persoonsvolgend Budget maakte haar intrede in de sector van personen met een handicap en zette de financieringswijze op z’n kop. “Doordat iedere zorgbehoevende sindsdien een eigen rugzakje krijgt en zelf de beste voorziening kan kiezen, is het eens zo belangrijk om als organisatie vooruitstrevend te zijn.”

Sint-Oda besliste om de kaart van innovatie te trekken. Leen: “Een Directeur Innovatie aanstellen, was een eerste stap. Ik zit mee aan de directietafel en zorg ervoor dat innovatie in elk deel van Sint-Oda verankerd raakt. Het is een groot voordeel dat ik daar ook meteen zicht op de begrotingen heb. Een directie die innovatie actief een plaats geeft en structureel mee uitdraagt, is cruciaal. Ontbreekt dat draagvlak, en stel je ‘gewoon’ een Projectmedewerker Innovatie aan, die telkens om goedkeuring en budget moet smeken, dan wordt het veel moeilijker om dingen gedaan te krijgen.”

SintOda_01

‘We nemen het mee’

Intussen is de titel ‘Directeur Renovatie’ lang verleden tijd. “Het illustreert welke stappen je op vijf jaar kan zetten. De collega’s maken vandaag snel de reflex om met vragen en ideeën aan te kloppen, omdat ze weten dat we ermee aan de slag gaan”, zegt Leen.
Dat merkt ook Tinneke Palmans, sinds twee jaar actief als Projectmanager Zorgstrategisch Beleid bij Sint-Oda. Zij zorgt voor de projectmatige opvolging van die ideeën. “In het begin leefden er ook al veel goeie ideeën binnen de organisatie, maar bleef de uitwerking daarvan beperkt tot kleine wijzigingen, ad hoc-probeersels of een dodelijke ‘we nemen het mee’. Een projectmatige aanpak verzekert een grondige uitwerking dankzij de structuur die vraagt om een marktonderzoek, een businessmodel, enzovoort. Ideeën hebben nu veel meer kans op slagen en effectieve implementatie.”

Voeling met de realiteit

Leen en Tinneke houden daarbij de vinger aan de pols in de leefgroepen. “We luisteren naar wat er leeft zodat we de voeling met de realiteit niet verliezen en bespreken de ideeën samen. Zo zorgen we ervoor dat innovaties gedragen worden door alle betrokkenen”, zegt Leen. “Sint-Oda hanteert een zeer vlakke structuur met een kleine directie die laagdrempelig en toegankelijk wil zijn. Iedereen met een probleem, een vraag of een idee kan ons letterlijk aan de mouw trekken. Ze weten dat we die opmerkingen op de directieraad zullen bespreken en worden ook uitgenodigd om het zelf te komen toelichten. Ideeën toetsen we aan onze missie, visie en middelen, iedereen mag daar zicht op hebben. We zijn heel transparant over de begroting. Daarna gaan we eventueel aan de slag om het in een project te gieten. We vinden het belangrijk om zo veel mogelijk ideeën te capteren en later pas te filteren, zo gaat er zeker niets verloren.”

“Innovaties zijn vaak simpele dingen” - Leen Hulshagen, Directeur Innovatie Sint-Oda

Tinneke: “Daarin differentieert deze organisatie zich van vele anderen. Door de veilige cultuur en een vlakke structuur durven mensen in alle geledingen piloteren en falen. Zo’n omgeving stimuleert creativiteit en out-of-the-box-denken waardoor uitstekende ideeën heel organisch ontstaan. Eigenlijk is heel Sint-Oda team innovatie.”

Eerste pijler: simpele dingen

Het doel van al het voorgaande: de kwaliteit van de zorg verbeteren. Sint-Oda zet in op twee grote pijlers. De eerste daarvan is ‘simpele dingen’, die vaak geen projectmatige aanpak vereisen, maar wel een wereld van verschil maken. Die zaken testen ze uit in leefgroepen die zich daarvoor hebben opgegeven, de zogenaamde proeftuinen. “Een voorbeeld daarvan kadert binnen onze kanteling van het ‘ontzorgen’ naar het ‘samenzorgen’. We willen het netwerk van elke individuele gast betrekken als volwaardige partner in de zorg, daar zetten we sterk op in. Sinds covid gebeurt dat voor een groot stuk digitaal, maar de gekende socialemediakanalen zijn niet GDPR-proof en kunnen we dus niet kwaliteitsvol gebruiken. Op basis van een behoefteanalyse hebben we ervoor gekozen om de app Familienet te introduceren. Op Familienet krijgt elke gast een pagina met daarrond een netwerk van familie, mantelzorgers en de verzorgende professionals. Het is de bedoeling dat de professionals via dat kanaal alledaagse dingen delen en zo een raam op de leefgroep bieden. Gasten die bij ons wonen kunnen als ze bezoek krijgen maar moeilijk vertellen hoe hun dag is geweest. Door dat digitaal te delen, heeft de familie een beter beeld van wat de gasten elke dag doen. Innovatief? Ja, zorgverleners zijn het niet gewend dat mensen op hun vingers meekijken. Die externe communicatie wordt steeds belangrijker in de zorg”, vertelt Tinneke.

Leen vult aan: “Je zou denken: meer werk voor de begeleiders? Nee, op termijn bespaart het net werk. Evaluatiegesprekken verlopen vlotter en ouders en mantelzorgers stellen veel minder lastige vragen omdat ze dankzij die transparantie meer vertrouwen in de werking hebben. Bovendien geven de professionals aan dat ze die taakvariatie wel fijn vinden, en ze krijgen veel meer appreciatie voor hun werk omdat ze rechtstreeks in contact staan met het netwerk. Wat Sint-Oda dan weer tot een aantrekkelijkere werkgever maakt.”

“Nadat we Familienet in de pilootgroepen hadden getest, mochten de leefgroepen zelf aangeven wanneer ze klaar waren om in te stappen. Zo gaan we heel vaak te werk: niet opdringerig, innovaties zich laten verspreiden als een olievlek doordat leefgroepen de successen van een ander zien en willen oppikken. Het is een traag proces, maar het meest duurzaam. Intussen gebruiken alle leefgroepen Familienet en de reacties van zowel professionals als het netwerk zijn heel lovend.”

“Daarnaast hebben we ook een ‘klikhoes’ aangekocht die verhindert dat onze gasten hun gordel losklikken tijdens het transport. Heel eenvoudig, maar een grote meerwaarde voor de veiligheid. We hebben ook zelf speeltuigen ontwikkeld voor onze jongeren met moeilijk – agressief – gedrag zodat ze zich volledig kunnen uitleven zonder zichzelf of anderen te kwetsen. Er bestonden zo geen speeltuigen op de markt, we hebben daar intern over nagedacht, ze ontworpen en de techniekers hebben die zelf ineengestoken. Hetzelfde met onze duofiets en het binnenpark, een kinderpark voor iets oudere jongeren. Innovatie zit zeker ook in ‘simpele’ dingen.”

Tweede pijler: support & intervention

De tweede innovatieve pijler waar Sint-Oda sterk op inzet is het uitdragen van hun eigen expertise. Het project ‘Support & Intervention Team’ is daar een voorbeeld van. “We sturen onze leefgroepbegeleiders op pad naar andere zorgvoorzieningen om intensieve opleidingen te geven rond moeilijk verstaanbaar – agressief – gedrag”, legt Leen uit. “Veel voorzieningen worstelen daarmee, maar wij hebben daarrond veel expertise in huis en willen die delen om anderen te ondersteunen. Het is een aanbod dat nog niet bestaat, en dus een systeeminnovatie. We vullen een gat in de markt. Als je zo’n gat opmerkt, kan je zeggen ‘jammer dat het niet bestaat’ of ‘wat kunnen wij eraan doen?’. Bij Sint-Oda zetten we dan onze pioniershoed op en gaan we aan de slag. We bekijken hoe we dat gat kunnen vullen, welke bronnen we kunnen aanboren om daar een project rond uit te werken.”

“Goed geïntegreerde innovatieve processen zijn de bloemen op tafel van employer branding” - Tinneke Palmans, Projectmanager Zorgstrategisch Beleid Sint-Oda

SintOda_05

Bloemen op tafel

‘Wat Sint-Oda dan weer tot een aantrekkelijkere werkgever maakt’, het was een kort zinnetje eerder in de tekst, maar niet onbelangrijk. In tijden van personeelskrapte zorgt goed begeleide innovatie op de werkvloer voor een extra troef bij de aanwerving van nieuw talent. “Wat een leuk neveneffect is”, zegt Leen. “Innovatieve projecten vragen soms om nieuwe functies, waarvoor we intern aan talent management doen. Dat maakt een positie bij Sint-Oda aantrekkelijker dan dezelfde bij een concullega, met misschien minder doorgroeimogelijkheden.” Tinneke pikt in: “We benadrukken heel hard dat de bedoeling van innovatie vooral is om ballast van de zorgexperten weg te nemen. Leefgroepbegeleiders, therapeuten, enzovoort hebben geen tijd om projectmatig met innovatie bezig te zijn. Daarom schrijven wij de plannen, vragen we de subsidies aan, organiseren we vergaderingen, schrijven we verslagen, enzovoort, terwijl we ze wel betrokken houden. Op die manier ervaren ze innovatie als een meerwaarde.”
“Sint-Oda maakt bewust de keuze om daarin te investeren. Het zijn de bloemen op tafel. Als je op restaurant gaat, betaal je niet voor de bloemen op tafel, maar die dragen wel heel erg bij aan de beleving. Hetzelfde met goed geïntegreerde innovatieve processen in het kader van employer branding. Wij vinden het evident dat die er staan.”

Duurzaam innovatief ondernemen steeds vaker op de radar van sociale ondernemingen

“De uitdagingen die momenteel op onze welzijnsgerichte ondernemingen afkomen, zijn bijzonder groot”, zegt Mark Vanhumbeeck, stafmedewerker welzijnsgericht ondernemen bij het Vlaams Welzijnsverbond. “In een steeds strakker financieel kader zoeken onze leden blijvend antwoorden op steeds meer maatschappelijke en nu ook ecologische uitdagingen. Dat vergt een continue zoektocht naar de beste aanpak om nu en in de toekomst kwalitatieve dienstverlening te kunnen blijven bieden aan elke persoon met een ondersteuningsvraag.”

Elke sociale onderneming moet innoveren. In de eerste plaats om zo eenzelfde dienstverlening efficiënter en beter te kunnen aanbieden, maar ook om nieuwe dienstverlening uit te werken op maat van de gewijzigde behoeften en verwachtingen van de doelgroep. “Innoveren en wendbaar ondernemen zie je dan ook steeds meer op de agenda van de bestuursorganen bij onze welzijnsgerichte ondernemingen”, weet Mark. “Maar je moet evengoed wendbaar zijn om als gehele organisatie snel en gevat te kunnen inspelen op veranderende spelregels of nieuwe opportuniteiten. Dit alles binnen een financiële logica waarbij kosten en baten meer dan ooit van nabij moeten opgevolgd worden.”

“Sint-Oda is daarbij een mooi voorbeeld omdat het belang van het thema innovatie in deze organisatie sterk wordt uitgedragen en gevisualiseerd door de creatie van een nieuwe functie die hierop inzet. Maar inzetten op innovatie kan natuurlijk op veel verschillende manieren concreet gemaakt worden. Vanuit het Vlaams Welzijnsverbond ondersteunen wij onze welzijnsgerichte ondernemingen in dit thema door hen te inspireren met goede voorbeelden, maar ook via het aanbod vanuit Groeilabz voor zij die verdere stappen willen zetten. Vanuit de overtuiging dat onze leden zich ook deze meer ondernemende thema’s moeten eigen maken om duurzaam te blijven ondernemen!”

Wil je ook innovatie de plaats geven die het verdient? Neem dan deel aan het lerend netwerk ‘Strategische uitdagingen voor grote sociale ondernemingen’.