Wij denken bewust in categorieën

Jeugdhulporganisatie De Touter vzw ging lang geleden van start met een werking ‘voor en door Marokkanen'. "Wij leerden begrijpen hoe je die jongeren en gezinnen moest benaderen.”

Jeugdhulporganisatie De Touter vzw uit Berchem ging ruim 20 jaar geleden van start met een werking ‘voor en door Marokkanen (of Marokkaanse Belgen)’. Geen culturele vermenging: zowel de jongeren als de begeleiders waren van Marokkaanse oorsprong. “Hun ouders voelden zich daardoor veilig, vertrouwd en welkom en wij leerden begrijpen hoe je die jongeren en gezinnen moest benaderen”, zegt directeur Luc D’Affnay

basketball-925511_0.jpg

De werking werd later alsnog intercultureel, maar in 1998 maakten ze bij De Touter een radicale keuze, vanuit de gedachte: ‘als we de Marokkaanse jongeren niet bereiken, dan kunnen we ze ook niet helpen’. De Touter nam zich onverschrokken voor om een werking op te richten rond één etnische origine, met name de Marokkaanse, en daar verder geen doekjes om te winden. “We stelden vast dat de Marokkaanse jongeren oververtegenwoordigd waren in repressieve jeugdinstellingen, terwijl ze nauwelijks aan bod kwamen in de preventie”, legt Luc uit. “Dus er was een noodzaak om in te grijpen en er lag veel marge om op te werken. We kozen er bewust voor om vooral traditionele gezinnen aan te spreken, waar thuis Arabisch werd gesproken en de islam werd beleden.”

Die aanpak loonde alvast op korte termijn. “Als een groep jongeren met een zelfde achtergrond tegelijk aansluit, zorgt dat voor een groepsgevoel en het wekt vertrouwen. Ouders gaan zich welkom en veilig voelen en sluiten hun kinderen aan”, weet Luc.

Interculturaliteit

De werkwijze mocht dan categoriaal zijn, het woord ‘interculturaliteit’ stond bij De Touter van bij aanvang als een belangrijke waarde in de missie ingeschreven - zeker toen mettertijd de werking zich alsnog uitbreidde naar andere culturen en voor iedereen werd opengesteld. “Hoofddoeken en alle andere religieuze symbolen zijn bij ons welkom, elke medewerker draagt wat hij wil. Daar staat tegenover dat we van iedereen een professionele houding verwachten en dat betekent dus ook dat je met een jongere over abortus moet kunnen praten, ongeacht je eigen overtuigingen”, stelt Luc D’Affnay. “Het is ook een jobvereiste om met mensen het gesprek aan te gaan over de religieuze tekenen die je draagt, als zij daar vragen over hebben. Als je dat zou weigeren, blok je de verbinding met je cliënt of publiek af. Als je jezelf kan zijn, moet je je keuzes ook willen verdedigen als het moet. Dat bedoel ik met professionalisme.”

Het moet niet klikken

Niemand begrijpt Marokkaans-Belgische jongeren beter dan net iets oudere Marokkaanse Belgen. Om hen als medewerkers aan te trekken, deed De Touter een extra inspanning. “Je hoeft niet positief te discrimineren als je in werving en selectie van een aantal dogma’s afstapt en je je openstelt voor andere, diverse medewerkers. Of je daar zelfs bewust op richt”, stelt de directeur. “Wij doen bijvoorbeeld al lang niet meer aan diplomadenken en kijken vooral naar competenties. Op die manier zijn al heel wat meer kandidaten welkom. En in de personeelsplanning stappen we af van de leuze ‘het moet klikken’, we zoeken niet naar ‘de juiste match’. Je moet al eens durven om een heel ander profiel aan te werven dan je gewoon bent, anders heb je een staf met allemaal klonen van jezelf en daar wordt je organisatie ook niet bepaald beter van. Het zijn al die kleine veranderingen in je eigen mentaliteit die ervoor zorgen dat het huis openstaat voor iedereen.”

Nog zo’n voorbeeld: “We voeren bij selectiegesprekken geen kennisgericht interview, want dan trek je alweer een barrière die allicht niet nodig is. Liever kiezen we voor een criteriumgericht interview: ‘wat deed je in welke situatie die je hebt meegemaakt en hoe voelde je je daarbij’? Zo peil je in één klap naar wijsheid en ervaring, zonder je op theoretische kennis te verkijken.”

Toch ging De Touter ook wat actiever op zoek naar Marokkaanse profielen door vacatures te verspreiden via bijvoorbeeld de FMV, de Federatie voor Marokkaanse Verenigingen. Daarnaast nodigde De Touter bepaalde profielen ook uit voor een gesprek, zelfs als hun sollicitatiebrief niet zo denderend was. “Misschien zijn zij verbaal sterk en schriftelijk iets minder. Je moet voor ogen blijven houden: wat moet die medewerker kunnen als hij de job hier uitoefent?”

Al die kleine inspanningen – zijn het wel inspanningen? – zorgen voor voldoende instroom van Marokkaans-Belgische kandidaten. “Eens je dan een aantal van hen aan boord hebt, word je ook aantrekkelijk voor wel meer kandidaten van die origine. Je moet gewoon een bepaald punt voorbij raken”, stelt Luc D’Affnay vast.

Feestje met drank

De aanpak van De Touter is zo effectief als hij eenvoudig is. Luc D’Affnay noemt kar en paard, staat voor no-nonsense. Hij brengt mensen samen op basis van hun origine, omdat hij ziet dat dat werkt. Hij probeert met iedereen rekening te houden en benadert mensen met respect voor hun gewoontes en cultuur. Toch gaat hij daarbij niet tot in het oneindige door: “Als wij een personeelsfeest houden, dan is dat een feestje met dansmuziek en drank, want zo zijn we het al jaren gewoon en zo vieren wij graag. Ik ga dan niet daarnaast ook nog een picknick organiseren omdat dit beter past in de Marokkaanse traditie. Wel zorgen wij op dat feest voor een aparte tafel zonder alcohol, zodat de moslimcollega’s zich ook welkom voelen. Dat wordt gewaardeerd, de mensen zien dat wij een inspanning doen. En tegelijk zetten we onze eigen tradities voort. Dat vind ik een goede middenweg.”

Er is meer dan verschil

De voortdurende focus op verschillen is volgens Luc D’Affnay ook niet nodig. “We hebben bewust ingespeeld op de verschillen om de kloof dicht te rijden, maar nu dat is gebeurd, is het even belangrijk om te zien hoeveel je eigenlijk gemeenschappelijk hebt en hoezeer je eigenlijk gelijk bent. Je houdt bijvoorbeeld allebei van voetbal of film, hebt allebei kinderen of misschien zelfs gescheiden ouders of een broer of zus met een verslaving. Daar verbinding rond maken, is zeker even belangrijk voor een goede werking.”  

Zelf ook werken aan het meer inclusief maken van jouw onderneming? Ontdek dan nu het aanbod van onze dienstverlening 'Hands-on Inclusion'

Lees ook

Inclusief ondernemen is geen rocket science

Inclusief ondernemen is geen rocket science

Arbeidsmarkt-expert en docent-onderzoeker in HRM aan de Odisee Hogeschool Bart Moens geeft samen met Verso en andere partners mee vorm aan een project rond inclusie op de…

Een app om spelenderwijs Nederlands te leren: “Taalkennis mag geen barrière zijn”

Een app om spelenderwijs Nederlands te leren: “Taalkennis mag geen barrière zijn”

Zorg-Saam ZKJ pioniert met een slimme app van de tech start-up Linguineo om medewerkers spelenderwijs Nederlands te leren.

‘Zorgen voor’ kan ook zonder diploma

‘Zorgen voor’ kan ook zonder diploma

“Te veel werk en te weinig volk”, het is een vaak gehoorde klaagzang in de sociale sector. Medewerkers komen constant handen tekort en organisaties hebben het…