De “Klokkenluidersrichtlijn” is omgezet naar Belgisch recht

De “Klokkenluidersrichtlijn” is omgezet naar Belgisch recht
Bron: Unisoc

Een Europese richtlijn uit 2019 voorziet een verplichting voor de lidstaten van de Europese Unie om een bescherming te voorzien voor “klokkenluiders”. Na een lange procedure is deze richtlijn eindelijk omgezet naar Belgisch recht, in de vorm van een wet voor de private sector en een wet voor de (federale) publieke sector. De twee wetten werden eind 2022 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en voorzien o.a. in een verplichting tot het installeren van interne meldingskanalen.

Private sector

Ter herinnering, het wetsontwerp dat de richtlijn voor de private sector omzet was in 2021 het onderwerp van een gedeeltelijk verdeeld advies van de interprofessionele sociale partners in een gemengde commissie van de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.

Op 24 november 2022 werd het wetsontwerp “betreffende de bescherming van melders van inbreuken op het Unie- of nationale recht vastgesteld binnen een juridische entiteit in de private sector” eindelijk aangenomen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Deze wet werd gepubliceerd op 15 december 2022 en treedt in werking twee maanden na publicatie, op 15 februari 2023.

Deze wet voorziet dat elke onderneming (en dus ook elke socialprofitonderneming) met minstens 50 werknemers voor zogenoemde “klokkenluiders” interne meldingskanalen moet voorzien en hen, op straffe van sancties, verzekeren van een bescherming tegen represailles. Een reeks verplichtingen door de richtlijn en de wet zijn evenwel pas van toepassing op ondernemingen die van 50 tot 249 werknemers tewerkstellen vanaf 17 december 2023. Opgelet: deze wetgeving is ook van toepassing op de kleine ondernemingen (deze met minder dan 50 werknemers), maar niet alle verplichtingen: zo worden ze met name uitgesloten van het opzetten van een intern meldingskanaal.

Naast de interne meldingskanalen kunnen de klokkenluiders hun melding ook doen via externe kanalen. De wetgever heeft hiervoor een onafhankelijke en autonome autoriteit ingericht als extern meldingskanaal voor de ontvangst en behandeling van informatie over inbreuken. De federale bemiddelaars zijn bevoegd voor de coördinatie van de externe meldingen in de private sector. De wetgever heeft echter het Federaal Instituut voor de bevordering en de bescherming van de Rechten van de Mens (FIRM) aangeduid om de klokkenluiders juridisch, beroepsmatig en psychologisch te ondersteunen.

Als laatste optie kan de klokkenluider de informatie, onder bepaalde voorwaarden, publiek maken (dit noemen we een “openbaarmaking”).

Bescherming tegen represailles

Wanneer een klokkenluider een melding maakt van een inbreuk op de reglementering over o.m. de overheidsopdrachten, financiële diensten, bescherming van het milieu, de volksgezondheid of fiscale fraude, dan wordt hij beschermd tegen represailles in de ruime zin (bv: ontslag, schorsing, degradatie, weigering van promotie, intimidatie, discriminatie of nadelige behandeling). Opgelet: deze bescherming is eveneens van toepassing op alle personen die gelinkt zijn aan de klokkenluider (bv: collega’s, familieleden of personen die de klokkenluider geassisteerd hebben in de melding) en kan onderwerp uitmaken van represailles in de werkgerelateerde context.

In geval van schending van de bescherming kan de juridische entiteit veroordeeld worden tot de betaling van een schadevergoeding.

Publieke sector

Naast de wet die de richtlijn omzet voor de private sector, werd ook een andere wet aangenomen die de richtlijn omzet voor de publieke sector, op 8 december 2022. De inwerkingtreding is voorzien op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad, 23 december 2023.

Op vraag van Unisoc, hebben de NAR en de CRB erop aangedrongen om een definitie van overheden aan te nemen waarin de juridische entiteiten uit de private sector worden uitgesloten, aangezien zij traditioneel tot de private sector behoren. Het doel is om te vermijden dat socialprofitondernemingen, waarvan een aanzienlijk deel financiële steun krijgt van overheden, worden beschouwd als publieke entiteiten en daardoor onder de wetgeving voor de publieke sector vallen. Dit was van belang om de ongelukkige gang van zaken, zoals die zich heeft voorgedaan in het GDPR-dossier, niet te herhalen.

Unisoc heeft meerdere contacten gehad met het kabinet van minister De Sutter, bevoegd voor de Publieke overheden en de publieke ondernemingen, en met de FOD BOSA om ervoor te zorgen dat de definitie van “federale overheidsinstanties” in overeenstemming is met deze bezorgdheid. Deze contacten hebben geleid tot een positieve uitkomst.

Webinar

Om in detail de wet voor de “private sector” toe te lichten, organiseert Unisoc een webinar op 26 januari. Informatie en inschrijving kan via deze link.

Lees ook

De correspondentietesten: een stand van zaken

De correspondentietesten: een stand van zaken

Bijna elke sector met een sectorfonds die via de sectorconvenants subsidies van de Vlaamse overheid geniet, krijgt binnenkort te maken met correspondentietesten. …

Niet-indexering van werkingsmiddelen doet zich voelen bij De Slabbertjes

Niet-indexering van werkingsmiddelen doet zich voelen bij De Slabbertjes

Voor het negende jaar op rij dreigt de niet-indexering van werkingsmiddelen met 2% voor de Vlaamse sociale ondernemingen. En dat terwijl de werkingskosten blijven stijgen…

Open brief over het voorstel van decreet m.b.t. de privatisering van de zorg

Open brief over het voorstel van decreet m.b.t. de privatisering van de zorg

Geachte volksvertegenwoordiger, woensdag 6 oktober kan u een beslissing nemen waardoor het Vlaamse zorg- en ondersteuningslandschap er in de toekomst helemaal anders kan …

Ontdek onze opleidingen over dit thema

10 december 2024

Groeilabo het groeitraject naar een inclusieve werkvloer (Mechelen)

Groeilabo het groeitraject naar een inclusieve werkvloer.png

Dit Groeilabo helpt je om stappen te zetten naar een inclusieve werkvloer. Je wordt ondersteund door professionele procesbegeleiders en groeit door uitwisseling van ervaring en kennis met de andere deelnemers.