De sociale partners hebben hun advies gepubliceerd over het voorontwerp van decreet tot regeling van de toekenning van een jobbonus.
De Vlaamse werkgevers- en werknemersorganisaties verenigd in de Servhebben zich de voorbije maanden verschillende keren uitgesproken over de plannen van de Vlaamse regering om een jobbonus in te voeren. Nu de kogel door de kerk is, concentreren de Vlaamse sociale partners zich in hun advies op de praktische invulling en toekenning van de jobbonus. Daarbij merken ze op dat het coherenter was geweest om de modaliteiten voor loontrekkenden én voor zelfstandigen samen te behandelen.
De sociale partners vragen om het loon- en inkomstenbegrip verder te verduidelijken. Het zou transparanter en efficiënter zijn om het loonbegrip van de jobbonus te laten samenvallen met dat van de federale werkbonus. Ook vragen ze een oplossing voor werknemers die tijdens de coronacrisis tijdelijk werkloos waren, want nu worden zij voor deze periode uitgesloten van de jobbonus. Verder moet de Vlaamse regering net als de federale regering aandacht hebben voor de zogenaamde promotieval. Voor zover het voorziene budget het toelaat kan Vlaanderen best zo nauw mogelijk bij de federale werkbonus aansluiten waarvan de bovengrens hoger ligt dan die van de jobbonus.
Net zoals bij de vroegere jobkorting is de woonplaats het criterium voor het verkrijgen van een jobbonus. Om meer rechtszekerheid te garanderen, vragen de sociale partners te bekijken of naast de woonplaats ook de werkplaats kan meetellen. Zo zou de jobbonus ook werknemers uit omliggende regio’s en landen kunnen aantrekken.
Tot slot vragen de sociale partners om de jobbonus te evalueren en eventueel aanpassingen te doen in het licht van fiscale of meer fundamentele beleidswijzigingen.