Brigitte Rausenberger (59) en Christ’l Witters (52) zetten zich met hart en ziel in voor thuiszorg vleminckveld, waar ze al jaren actief zijn als verzorgenden binnen de Flex-noodhulpdienst. Tot corona roet in het eten gooide.
Toen de vraag kwam wie een tijdelijke overstap naar woonzorgcentrum Sint-Camillus zag zitten, waren zij de eersten om enthousiast ‘ja’ te zeggen. “Twijfelen? Geen enkele seconde”, zijn Brigitte en Christ’l het eens. “Dit is waarvoor we ooit de zorg zijn ingestapt.”
Brigitte is ondertussen al vier weken trouw op post in Sint-Camillus (dit gesprek vond plaats eind april 2020, red.), Christ’l moest al na een week het werk even neerleggen. COVID-19. Intussen is ze aan de beterhand en telt ze de dagen af tot ze opnieuw aan de slag kan. “Ik heb me niet opgegeven voor de overstap om daarna thuis met mijn vingers te zitten draaien”, zegt ze.
Vroege vraag, snelle overstap
“De vraag naar een overplaatsing kwam al vroeg”, vertelt Christ’l. “In Sint-Camillus waren er eind maart heel wat besmettingen, waardoor er een personeelstekort ontstond. We konden gemakkelijk schuiven met ons rooster in de thuiszorg, dus waren we bereid om in de woonzorg aan de slag te gaan. En maar goed ook: de dag nadat de vraag was gekomen, startten we al in Sint-Camillus.”
Het voorstel om tijdelijk naar het woonzorgcentrum over te stappen was volledig vrijblijvend. “Niemand werd gepusht om de keuze te maken”, zegt Brigitte. “Je moet gemotiveerd zijn om hieraan te beginnen. Ik begrijp ook waarom collega’s ‘nee’ zeiden: het is helemaal anders werken in een woonzorgcentrum. De fysieke belasting is veel groter, net als het risico om ziek te worden. Maar daardoor heb ik me niet laten tegenhouden.”
“Ook ik heb niet getwijfeld”, gaat Christ’l verder. “Bij de gevaren stond ik eigenlijk niet stil. En zelfs als ik had geweten dat ik COVID-19 zou krijgen, had ik het nog gedaan. De wil om mensen te helpen is altijd groter dan de angst om zelf ziek te worden. Het feit dat de vraag gesteld werd, betekende dat de nood aan extra handen hoog was. Dat was voor mij reden genoeg om de overstap te maken.” Brigitte knikt: “Het enige waarvoor ik bang was, was om anderen te besmetten. Ik zou het mezelf niet vergeven mocht mijn man ziek worden. En ik vreesde dat ik in Sint-Camillus te weinig werk zou hebben. Het tegendeel bleek waar. (lacht) Het is ontzettend druk, maar heel fijn werken.”
Warm welkom
Dat het welkom in Sint-Camillus warm was, is een understatement. Christ’l: “Het vertrouwen van onze nieuwe collega’s was er vanaf seconde één. We waren van in het begin deel van de ploeg. Dat doet deugd.” “Ik kan me voorstellen dat ons enthousiasme daar ook voor iets tussen zat”, lacht Brigitte. “We wilden dit echt héél graag doen: dat straalt af op je werk. Maar het klopt, we mochten direct meedraaien met de vaste ploeg. Onze inzet wordt enorm geapprecieerd. Zowel van de bewoners als van de collega’s krijgen we complimenten over ons werk.”
Hoe graag Brigitte en Christ’l ook in de ouderenzorg werken, het verschil met de thuiszorg is groot. “De fysieke belasting, de flexibiliteit en de verwachtingen van de bewoners zijn niet te vergelijken. In de thuiszorg kom je wekelijks of dagelijks over de vloer bij iemand, voornamelijk om te helpen bij de dagelijkse taken. Op de duur ben je bijna familie. In de woonzorg is dat anders: er zijn veel verschillende cliënten die we wassen, eten geven, comfort geven... Daarvoor is flexibiliteit nodig. Na onze shift neemt een collega over, waardoor je minder het gevoel hebt ‘eigen’ patiënten te hebben”, zegt Brigitte.
“Aan de andere kant: net in deze tijden spelen we een belangrijke rol voor de bewoners en hun familie”, gaat Christ’l verder. “Wij zijn het die dementerenden geruststellen en ouderen sussen bij moeilijke momenten. En zelf zorgen we niet alleen voor comfortabele laatste momenten bij zwaar zieken, we proberen ook troost te bieden aan de familie na een overlijden. Al is het niet altijd even gemakkelijk om dat zo menselijk mogelijk te laten verlopen, door onze pakken en mondmaskers. Mensen zijn knuffelaars, hé. Als het fysieke wegvalt, is het soms moeilijk om je te uiten.”
Uitgestelde terugkeer
“Ik heb heel erg het gevoel dat we het verschil kunnen maken”, vertelt Brigitte. “De voldoening die ik nu krijg, doet me weer beseffen dat dit is waarom ik ooit voor de zorg heb gekozen”, vult Christ’l aan. “We wilden ons steentje bijdragen in deze periode. Als zorgverlener kan je dat niet beter doen dan door in te springen op plaatsen waar daar nood aan is. Dit is helemaal anders dan de taken in de thuiszorg. Pas op, ook die doe ik met hart en ziel. Maar nu staan we ‘op het veld’, de plek waar het allemaal gebeurt. Het is fijn om daar een rol te kunnen spelen”, zegt Brigitte.
En hierna? Christ’l: “Om dit te blijven doen zijn we al iets te oud, vrees ik – de fysieke belasting is groot.” “We mogen ’s avonds inderdaad Voltaren smeren”, glimlacht Brigitte. “Bovendien doen we onze job in de thuiszorg nog altijd het liefst. Maar ik heb mijn kijk op de woonzorg moeten bijschaven: de drive van de mensen daar is enorm. Het gaat er bij Sint-Camillus heel warm en menselijk aan toe. De bewoners hebben het er goed, maar ook het personeel wordt niet vergeten. Die visie komt sterk overeen met waarvoor thuiszorg vleminckveld staat.”
“Toch zou ik het jammer vinden mocht mijn hulp bij Sint-Camillus niet meer nodig zijn. Ik wil graag deze periode ‘uitdoen’ en terugkeren naar thuiszorg vleminckveld als ook de rust in Sint-Camillus is teruggekeerd”, zegt Brigitte. “Als dit allemaal voorbij is en we zonder mondmasker de straat op mogen, ga ik sowieso nog eens langs in Sint-Camillus om met iedereen een babbeltje te doen”, zegt Christ’l. “De mensen daar zitten in mijn hart.”