Het aantal medewerkers kan ook worden uitgedrukt naar voltijdsequivalenten (vte). Hierbij wordt uitgegaan van een telling van de arbeidsprestaties van de medewerker, gekoppeld aan het arbeidsvolume. Iemand die halftijds werkt, wordt slechts meegeteld voor de helft van een voltijdsequivalent.
De ‘ratio’ geeft de verhouding weer tussen het aantal medewerkers in koppen en in voltijdsequivalenten.
Hoe tabellen/figuren lezen?
Bij een ‘geïndexeerde evolutie’ nemen we een bepaald jaar als referentie. Dit punt zetten we op 100. Daarna kijken we hoe dit in de tijd is geëvolueerd.
Bijvoorbeeld:
In 2020 ligt het aantal medewerkers in de social profit in termen van voltijdsequivalenten 18% hoger dan in 2010, terwijl dit aantal gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt met 7% achteruitging.
In PC 318 werken er 175 medewerkers per 100 vte, terwijl dit in 2020 gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt 136 medewerkers per 100 vte was.
- 318 Diensten voor gezins- en bejaardenhulp
- 319 Opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten
- 327 Beschutte werkplaatsen en sociale werkplaatsen
- 329 Socioculturele sector
- 330 gezondheidsinrichtingen en -diensten
- 331 Vlaamse welzijns- en gezondheidssector
- Social profit
- Vlaamse arbeidsmarkt
- VTE
- Koppen